Kloosters, kloosterkerken, congregaties en erfgoed

Minderbroeders, observanten, recollecten, franciscanen

Daniël van Wely, ‘Weert – nieuwbouw: kerkhof verplaatst: tuin gewijzigd’.
In: Neerlandia seraphica 30 (1960) 172-182

Inhoud: Over de bouw van een nieuw gastenkwartier met bibliotheek, rectors- en portierskamer en vondsten van oude muren daarbij wordt gerapporteerd. Aandacht wordt besteed aan het voormalige grote en kleine kerkhof, het nieuwe kerkhof in de moestuin, een tweetal kruizen en een kruisgroep.

Cunibertus Sloots, ‘De "Weertse" Aldenborch : Bij het begin van een nieuwe Periode in zijn Geschiedenis’.
In: De Maasgouw : Limburgs tijdschrift voor geschiedenis, taal en kunst 61 (1941) 49-54, 75-79.

Inhoud: Beknopte geschiedenis van het minderbroedersklooster 1461-1940.

Hilarinus van Rooy, 'Onze vroegere Weertsche kloosterkerk'.
In: Neerlandia seraphica 5 (1931) 583-593, 635-643.

Inhoud: Uitvoerige beschrijving van de bouwgeschiedenis van de minderbroederskerk. Behandelt tevens enkele voorwerpen, gevonden tijdens de verbouwing in 1931.

Daniël van Wely, ‘De Aldenborgh te Weert: Situatie en omvang van het terrein van het minderbroedersklooster’.
In: Neerlandia seraphica 30 (1960) 313-324, 343-352, 417-428.

Inhoud: Beschrijft uitvoerig de veranderingen en de perikelen met betrekking tot het kloosterterrein vanaf 1461 tot ca. 1923.

D[avid de Kok], ‘Over enige broerenkloosters’.
In: Franciscaansch leven : maandschrift van Franciscaansche ascese, geschiedenis en kunst 19 (1936) 5-10.

Inhoud: Beschrijft in vogelvlucht de geschiedenis van het minderbroedersklooster in Weert van 1461-1836. Het handschrift vermeldt onder noot 3 betreft een klooster in Bree.

Rogerius Burgers, ‘Een koninklijk bezoek aan het minderbroedersklooster te te Weert’.
In: Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der minderbroeders in de Nederlanden 3 (1951-1952) 430-431.

Inhoud: Vermoedelijk wordt de officiële tussenstop van koning Willem II op 14 juni 1842 tussen 8.00 uur en 12.30 uur in Weert bedoeld.

[Redactie], ‘Aankoop van het Minderbroedersklooster te Weert’.
In: Neerlandia seraphica 9 (1935) 370-375.

Inhoud: Beschrijving van een vijftal documenten over een verzoek van de inwoners van de buitenie en de afwijzing in 1797 om de kloosterkerk voor godsdienstoefeningen te mogen gebruiken, een akte verleden voor notaris Ceysens uit 1834 tot verkoop van het klooster aan de parochie Sint-Martinus en notulen van de kerkfabriekraad van Weert, waarin zij akkoord met de aankoop en een regeling voor de koopsom wordt getroffen en een opgave van betaalde kosten, wellicht uitgegeven ter gelegenheid van de verkoop van het klooster door de Franse republiek.

Marculphus Heijer, ‘De minderbroeders te Weert’.
In: Neerlandia seraphica 15 (1941) 220, 229-232.

Inhoud: Opgave van paters en broeders die in 1820, 1822 en 1823 het klooster bewonen, hun taken, hun inkomsten en wat hun kledij is.

'Beschrijving van abdijen, kloosters en kastelen als domein verkocht tijdens de Fransche Republiek met de verkoopacten: Recollecten te Weert'.
In: De Maasgouw : orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 12 (1890) 48.

Inhoud: Summiere omschrijving van de verkochte goederen.

Daniël van Wely, ‘Bibliotheken te Weert, in beslag genomen in 1797’.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 73 (1954) 177-184.

Inhoud: Geeft globaal de opgaven van het boekenbezit van de minderbroeders en van de reguliere kanunniken weer. Beschrijft de omstandigheden waaronder de minderbroeders hun inventaris opmaakten en van de wegvoering van de twee kloosterbibliotheken door de Franse overheid.

Marculphus Heijer, ‘De minderbroeders van Weert en de armen van de stad’.
In: Neerlandia seraphica 15 (1941) 100-104.

Inhoud: Overzicht van ontvangsten in de armenschaal van 1780-1781 uit de parochie- en kloosterkerk en voor het jaar 1726-1728 in de kloosterkerk. Tevens een uitgavenpost voor de aankoop van 270 vat koren.

J. Belonje, 'Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Limburg : met een supplement betreffende de Belgische en Duitse grensgebieden : Minderbroedersklooster te Weert'.
In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 96-97 (1960-1961) 332-336.

Inhoud: Aan de orde komen de opschriften op de glasramen, op een pyxis, kelk, monstrans en een kerkpilaar; voorts op grafzerken en grafsteentjes. Tenslotte de beschrijving van een aantal wapenborden.

P.C. Bloys van Treslong Prins, ‘Weert : C. Het klooster der Minderbroeders’.
In: Limburg's jaarboek : "Limburg" : Provinciaal genootschap voor geschiedkundige wetenschappen, taal en kunst 24 (1918) 42-43.

Inhoud: Geeft de opschriften met heraldische en persoonlijke gegevens van de schenkers van de biechtstoelen eind 17e eeuw weer.

David de Kok, ‘Grafsteentjes in het pand van het minderbroedersklooster te Weert’.
In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg à Maestricht 68 (1932) 51-60.
David de Kok, ‘Nog eenige grafsteentjes in het Weertsche minderbroedersklooster’.
In: De Maasgouw : Limburg's jaarboek voor geschiedenis, taal en kunst 53 (1933) 47-48.

Inhoud: De 47 inpandige steentjes zijn, op één uit de 17e eeuw na, alle 18e eeuws. Ze zijn alle beschreven met de situering in het toenmalige klooster. Waar mogelijk zijn de teksten op de uitgesleten steentjes aangevuld.

Cunibertus Sloots, ‘Een zeldzaam boekje’.
In: Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der minderbroeders in de Nederlanden 25 (1955) 420-424.

Inhoud: Beschrijving van een unicum uit 1662 van een onbekende schrijver, maar wordt aan een Weerter minderbroeder toegeschreven. De titel luidt: H. Maria Coninginne des hemels : in ’t licht uyt-gegeven door eenen Minderbroeder, woonachtigh in ’t convent der selve oorden buyten Weerdt gelegen, in Sinte Jeronymus Bosch; gedrukt te Roermond. Thans in de universiteitsbibliotheek te Utrecht.
Het werd opgedragen aan weldoenster Maria de Roy,weduwe van Johan Gerardi.
In het werkje wordt over het minderbroederskoordje van de stichter van het klooster Jacob I, graaf van Horn verhaald.

‘Onuitgegeven stukken betreffende de minderbroeders te Weert’.
In: Neerlandia seraphica 9 (1935) 375-399.

Inhoud: Een groot aantal korte transcripties van diverse documenten uit het gemeentearchief van Weert (1489-1773, voornamelijk 17e eeuw) en twee transcripties uit de burgemeestersrekeningen van Nederweert (1600 en 1624/1625).

D[avid de Kok], ‘De minderbroeders te Weert en de pestlijders’.
In: Franciscaansch leven : maandschrift van Franciscaansche ascese, geschiedenis en kunst 17 (1934) 284-285.

Inhoud: Overzicht van de aan de pest gestorven minderbroeders.

Marcoen Heijer, 'Oud gebrand glas in het kloosterpand der Minderbroeders in Weert'.
In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg à Maestricht 62 (1926) 27-53.

Inhoud: Beschrijving van 27 glasramen uit de 17e eeuw. Acht halve ramen behandelen het leven van Franciscus van Assisië naar de gravures van Philip Galle (1537-1612). De overige ramen bevatten o.m. bijbelse taferelen en geslachtswapens. Zo treft men de wapens van Jan van Straelen, meier van het klooster Sint Elisabeth te Nunhem en van de familie Peerbooms en Ververs aan.

Donatus van Adrichem, 'Beglaasde pandramen bij de observanten te Weert tegen het einde der middeneeuwen'.
In: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond 2de serie 10 (1917) 232-233.

Inhoud: Aantekening over de aanwezigheid van een pandraam in de klooster- of pandgang rond 1545.

D. van Adrichem, 'Scherven van gebrandschilderd glas'.
In: Oude kunst : een maandschrift voor verzamelaars en kunstzinnigen 2 (1916) 1-2.

Inhoud: In het minderbroedersklooster in Weert zijn rond 1915 uit merendeels 17e eeuwse glasscherven een vijftigtal ruitjes samengesteld. Een vijftal glasraampjes worden afgebeeld.
 

Daniël van Wely, 'Kerkconsecratie te Weert 5 eeuwen geleden en vergroting van het kloosterterrein'.
In: Neerlandia seraphica 32 (1962) 243-248.

Inhoud: Behandelt de eerste consecratie van de minderbroederskerk in 1462 en stipt de tweede in 1526 aan, beschrijft voorts de uitbreiding van het terrein in 1462.

Marculphus Heijer, ‘Het klooster te Weert’.
In: Neerlandia seraphica 15 (1941) 84.

Inhoud: Latijns uittreksel over de oprichting van het minderbroedersklooster met aandacht voor Jacob I, graaf van Horne, zijn vrouw Joanna van Meurs en hun zonen Jacob en Jan.

Aurelius Pompen, ‘Een vijftiende eeuws getuigenis over de stichters van het klooster in Weert, pater Brugman en de graaf van Horne’.
In: Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der minderbroeders in de Nederlanden 4 (1953) 346-348.

Inhoud: Enkele Latijnse citaten over pater Brugman en Willem – volgens de auteur wordt Jacob bedoeld - van Horne worden aangehaald uit het werk van Arnold Heymerick († 1491 Xanten).

Daniël van Wely, ‘Gravin Johanna van Meurs : De eerste stichteres van het minderbroedersklooster te Weert’.
In: Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der minderbroeders in de Nederlanden 13 (1962) 31-36.

Inhoud: De relatie tussen Johanna van Meurs en de minderbroeders wordt onderzocht.

Overige kloosters

Daniel van Wely, 'De Poenitenten-Recollectinen van de vergadering van Limburg: IV. Het klooster te Weert'.
In: Neerlandia seraphica 19 (1949) 172-176, 429-432.

Inhoud: Beschrijft de periode van hervorming van het klooster van tertiarissen naar penitenten-recollectinen in 1674-1692, de josephistische turbulenties rond 1787-1789, de opheffing door de Fransen, de verhuizing in 1797 naar Oirschot en de eerste tijd aldaar.Reguliere kanunniken

J.L. Frische, 'Het klooster "Maria ter Hagen" der reguliere kanunniken te Weert'.
In: De Maasgouw : orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 10 (1888) 98-99.

Inhoud: Beknopte geschiedenis van 1633-1796 met lijst van religieuzen in 1796.

'Zusters Derde-Ordelingen te Weert in 1453'.
In: Neerlandia seraphica 4 (1930) 545-547.

Inhoud: Transcriptie van een gezegelde oorkonde van Jacob I, graaf van Horne van 18 februari 1453 (zondag invocabit), waarbij hij een aantal regels vaststelt  met betrekking tot eigendommen en het aantal zusters van de orde van Sint Franciscus.

G.C.A. Juten, 'Oude aanteekeningen'.
In: Taxandria : tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis en volkskunde 26 (1919) 126 en 160.

Inhoud: Chronologische opsomming van enkele gebeurtenisen vanaf de wijding van de zusterskapel in 1442 tot de inwijding van de kloosterkerk in 1539. Komt slechts ten dele overeen met het begin van de gepubliceerde kroniek uit het klooster Maria Wijngaard, die ten dele wordt toegeschreven aan zuster [Maria] Luyten (klik hier).

Onderwijscongregaties

Jos Kocken, De ursulinen van de Romeinse Unie : monografie van de kommuniteit te Weert (Den Haag 1971) 7 p.

Inhoud: Een specifieke aanvulling op het rapport waarin de toestand van de hele Nederlandse provincie van de Ursulinen geschetst wordt. Aan de orde komen o.m. het generatievraagstuk, integratie van de hulp-koorzusters, de interne communicatie, de werksituatie en de toekomst. Het klooster werd in 1989 gesloten. 
 

Jan Henkens, 'Weert en de zusters Ursulinen 1876-1989'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 4 (1989) 110 - 122.

Inhoud: Een kort overzicht wordt gegeven van de in 1989 nog bestaande religieuze gemeenschappen, waarna de geschiedenis van de ursulinen in Weert van begin tot einde verhaald wordt. Aandacht wordt besteed aan de eerste verblijfplaats in Weert, de eerste aankopen voor het klooster, hun buitenverblijf, het gegeven onderwijs, de aansluiting bij de Romeinse Unie in 1937 en ten slotte aan hun vertrek uit Weert. Tevens is een lijst van alle oversten opgenomen.
Pensionaat en schoolgebouwen aan de Van Berlostraat zijn rond 1991 gesloopt.
Henkens, 'Weert en de zusters Ursulinen 1876-1989'

[S.n.], St. Louis Weert 1858 - 1933 ( s.l. [1933]) [41] p.

Inhoud: Feestbrochure n.a.v. het 75-jarig bestaan van het pensionaat Saint Louis van de broeders van de Onbevlekte Ontvangenis ofwel de broeders van Maastricht, een onderwijscongregatie.
Het tweedaags feestprogramma is opgenomen, evenals alle pasfoto's van het landelijke huldigingscomité en van vele broeders; daarnaast een aantal feestbijdragen. Opvallend is dat de brochure nauwelijks over het onderwijs of de leerlingen gaat, maar des te meer over de broeders zelf en het uitdragen van het triomfalistische katholieke geloof.
Wel is er een chronologisch overzicht van belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen van 1850 - 1932. In 1929 waren er 190 kostschoolleerlingen.
Alle gebouwen werden door de gemeente begin jaren '80 volledig gesloopt.
 St. Louis Weert 1858 - 1933

Terug naar overzicht