Erfgoed, cultuur, onderwijs, natuurhistorie en folklore

Kunst, cultuur, volksontwikkeling

Jan P.J. Peeters, 'De nieuwe huisvesting van de o.l.b. te Weert'.
In: De openbare biliotheek : tijdschrift uitgegeven door de Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken en door de Nederlandse Vereniging van Bibliothecarissen 6 (1963) 165 - 172.

Inhoud: Lyrische interieurbeschrijving van het in 1962 geopende gebouw, dat in 1974 voor een nieuw gebouw verlaten werd. De auteur was tevens gemeente-secretaris.

Jules Kockelkoren, 'In de smidse van Jos van den Dungen'.
In: Scheppend ambacht 6 (1955) 70 - 71.

Inhoud: Biografische schets van deze siersmid (1912 Den Bosch - 1988 Weert), tevens leraar aan de Nijverheidsschool, later Lagere Technische School in Weert.
Aandacht wordt besteed aan de lastechniek bij ijzerplastiek; hij werd een 'tovenaar in ijzer' genoemd.

Marculphus Heijer, Catalogus van het streekmuseum "Aldenborgh" Weert (Weert 1949) [48] pp.

Inhoud: Enige tot nu toe verschenen catalogus van de collectie. Het stedelijk historisch museum wordt thans abusievelijk 'De Tiendschuur' genoemd.
Heijer, Catalogus van het streekmuseum "Aldenborgh" Weert

Stan Smeets, 'Het Cultureel Genootschap Weert'.
In: Zuidenwind : cultureel maandblad voor Limburg 2 (1947) 189 - 190.

Inhoud: Het genootschap is in 1945 opgericht en ziet zich als voortzetting van de Cultureele Vereeniging (1939-1942), die op haar beurt weer een vervolg is op de Bond Jong Limburg (klik hier). De activiteiten tot dusverre worden beschreven, waaronder de oprichting van de Muziekschool en het Gemengd Koor. Samenwerking met de standsorganisaties komt niet of nauwelijks van de grond.

Mathieu de Haan, 'Jong Limburg : afdeling Weert'.
In: Jong Limburg : orgaan van den R.K. Bond "Jong Limburg" in het bisdom Roermond 8 (1928) 10 -12.

Inhoud: Verslag van de afdeling vanaf de oprichting in 1912 tot 1928. De bond werd in 1934 op 'verzoek' van de bisschop ontbonden om plaats te maken voor nieuwe - nog onbekende - organisatievormen. De bond was formeel bestemd om studerenden de katholieke eer bij te brengen. De Weerter praktijk bestond voornamelijk uit het geven van lezingen met externe sprekers en het zelf opvoeren van toneelstukken. In 1928 telde de afdeling 16 leden. Als oorzaak voor dit kleine aantal wordt de geringe industrie aangewezen, waardoor er maar weinig interessante banen bestaan; met als gevolg dat de ontwikkelde jonge man verhuist.

'Afdeeling Weert' en 'Volkszang te Weert'.
In: De varende zanger : maandblad voor den volkszang en het volksdicht : orgaan van de federatie der r.k. vereenigingen voor den volkszang in het aartsbisdom Utrecht en de bisdommen Den Bosch, Breda, Haarlem en Roermond 3 (1913) 13 en 181 -182 en 4 (1914) 22 - 23 en 47.

Inhoud: De Weerter afdeling van de 'Diocesane vereeniging voor den volkszang in Limburg' werd in 1910 opgericht en verdween in 1920. Zedelijke verheffing des volks was een van de doeleinden van de vereniging teneinde een alternatief te bieden voor het zingen van straatliedjes, het luisteren naar straatzangers of het bezoeken van cafés-chantants, waarbij gedacht werd aan onder meer Koos Speenhoff.
De eerste bijdrage geeft een verslag van een feestavond met het optreden van twee 'varende zangers'.
De tweede betreft een subsidieverzoek aan de gemeenteraad om de verspreiding van de gezangenbundel 'De leeuwerk' op elke lagere school in Weert te financieren.
De derde  bijdrage doet verslag van de vastenavondactiviteiten en vermeldt een feestavond, waar het zangkoor van de afdeling optrad.

Emile Haanen, 'De Sint Josephsvereniging 1870-1898. Verslag van een negentiende-eeuwse jeugdvereniging'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 1999 13 (1998)120-132.

Inhoud: Aan de hand van het notulenboek van de vereniging - een voorloper van de katholieke werkliedenverenigingen - wordt een uitgebreid overzicht gegeven vanaf de oprichting tot 1898, zoals bestuur, financiën, contributie en vooral haar activiteiten. Uit deze handwerkersvereniging kwam de tekenschool (de latere ambachtsschool) en de kerkelijke harmonie Sint-Joseph voort. De vereniging sloot zich in 1879 bij aan bij de landelijke Sint Josephgezellenvereniging te Amsterdam.

 

Onderwijs 

Ferdinand Sassen, 'De Philosophie in Weert : februari - juli 1945'.
In: Rolduc’s Jaarboek 25 (1945) 50-51.

Inhoud: Verslag over de onderwijsactiviteiten van de priesteropleiding van Rolduc, die voor de niet-Zuidlimburgse studenten tijdelijk in Weert gevestigd was.
De auteur was daar zelf ook docent. Zie ook 'Kroniek over het schooljaar 1944-1945'. (klik hier)

A.H. Lempens, 'Technisch onderwijs in Weert (1922-1971)'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 8 (1994) 85-94.

Inhoud: Het artikel beschrijft - anders dan de beide gedenkschriften - uitvoeriger hoe de school tot stand is gekomen. De periode 1956-1971 geeft feiten en achtergronden. De oude school is in 1970 verlaten; waarna deze na enige tijd volledig is gesloopt. Een nieuw, voor de inzichten van die tijd praktisch gebouw zonder veel aandacht voor architectuur en ambachtelijke kunst werd betrokken.

Gedenkboek 1922-1962 : 40-jarig bestaan van de R.K. Lagere Technische School te Weert [Weert 1962] 43 pp.

Inhoud: De feestbundel start met een vijftal lofprijzingen. Daarna wordt het verslag over oprichting en opening uit een eerder gedenkschrift (1922-1947) integraal gekopieerd. Een lijst van (oud-)bestuursleden en (oud-)personeelsleden is opgenomen. De tekst over groei en ontwikkeling tot 1947 is eveneens bijna integraal gekopieerd. Nieuw is het overzicht over de periode 1947-1962 met aandacht voor de uitbreiding van de school en het onderwijs. Het godsdienstonderwijs is sedert 1 oktober 1948 verplicht gesteld en subsidiabel. Afgesloten wordt met een dankwoord van de directeur van het arbeidsbureau.

Gedenkschrift 1922 - 1947 : 25-jarig bestaan der Nijverheidsschool te Weert [Weert, 1947] 32 pp.

Inhoud: De feestbundel start met een achttal lofprijzingen, vooraleer een overzicht over oprichting en opening word gegeven. Op initiatief van de r.k. Weerter middenstandsvereniging begon men in 1916 met patroonsleergangen, gegeven door Brabanders. Na een mislukte poging in 1919, stichtte de vereniging in 1920 de ambachtsschool, die in 1922 haar deuren opende. Een lijst van bestuursleden en personeel is opgenomen, Daarna wordt de groei en ontwikkeling van school en vakafdelingen met leerlingenaantallen gememoreerd. Afgesloten wordt met een herinnering aan een viertal leerlingen, die als gevolg van hun verzetsactiviteiten tijdens WO II het leven lieten.

J(an) Henkens, 'Een blik op het onderwijs in de 1e helft van de vorige eeuw'.
In: De Maasgouw, tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 89 (1970) 185-194.

Inhoud: Behandelt de schoolinspectierapporten van 1822 tot 1857.
Het onderwijs is in 1822 van matige tot slechte kwaliteit. Er zijn in dat jaar zes openbare schooltjes, twee bijzondere kostscholen voor meisjes en nog enkele andere particuliere schooltjes, waaronder een maitressen- of kleuterschool.
Daarnaast kent Weert nog een bijzondere Latijnse school. De namen van de onderwijzers, de aantallen leerlingen, hoogte schoolgeld en soms het leerplan worden opgesomd. Een overzicht wordt gegeven van geconstateerde tekortkomingen en van de eerste vernieuwingen. Afgesloten wordt met de situatie in 1859.

Henk L.A. Tillemans, 'G.M. Poell, hoofd-stadsburgerschool van 1831 tot 1881'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 1998 13 (1999) 111-119.

Inhoud: In hoofdzaak wordt aandacht besteed aan de salarisperikelen van de hoofdonderwijzer aan de openbare lagere stadsschool. Stipt voorts nog zijn 50jarig jubileum in 1881en zijn overlijden in 1887 aan. Bekend geworden door zijn topografisch boekwerk uit 1851 over Limburg in navolging van het aardrijkskundig woordenboek van A.J. van der Aa.

Henk Tillemans, 'De verschillende locaties van de eerste openbare school voor gewoon lager onderwijs in Weert'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 1990-'91 5 (1989) 54-62.

Inhoud: Het betreft hier alleen de stadsschool - aanvankelijk gevestigd in de Schoolstraat - in de periode vanaf het consulaat van Napoleon tot 1930. De stadsschool werd - evenals de zes overige Weerter openbare scholen - in dat laatste jaar omgezet in een katholieke school. De adjectief 'eerste' is niet numeriek bedoeld, maar heeft betrekking op het primaire of lager onderwijs. Verslag wordt gedaan van de gebrekkige bouwkundige toestand van de stadsschool aan de Langpoort uit 1870 en vooral van de ambtelijke perikelen rondom de nieuwe huisvesting rond 1900. De openbare stadsschool op de laatste locatie aan de Emmasingel - Ver Straetenschool genaamd - uit 1902 is in 1977 volledig gesloopt.

[W.Goossens], 'Overeenkomst tusschen de reguliere kanunniken van den H. Augustinus en den magistraat van Weert over de Latljnsche school en den kerkzang : 1648'.
In: De Maasgouw : orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 46 (1926) 68.

Inhoud: In 1648 vestigden zich Woenselse reguliere kanunniken in Weert. Om weinig overlast te veroorzaken, sloten zij de overeenkomst, die in principe voor één jaar gold. Zij kregen het gemeentehuis in de Schoolstraat tot woning en schoolhuis toegewezen.

Zie ook 'Onderwijscongegraties' onder rubriek 'Kloosters enz' (klik hier)
 

Natuurhistorie

Jacques H.H. de Haan, 'Beschrijving van een in de Kootspeel, gevangen wilde kat : Felis silvestris silvestris, Schreber, 1777'.
In: Natuurhistorisch maandblad : orgaan van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg 59 (1970) 151-160.

Inhoud: Uitvoerige verhandeling over de wilde kat in het algemeen en in Weert in het bijzonder. In maart 1970 werd een exemplaar in deze peel gevangen. Thans aanwezig in het Natuurhistorisch Museum te Maastricht.

Jacques H.H. de Haan, '"De IJzeren Man" te Weert'.
In: Natuurhistorisch maandblad : orgaan van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg 58 (1969) 126 - 129.

Inhoud: Beschrijving van de flora en fauna in en in de buurt van de genoemde waterplas eind jaren zestig. Afgesloten wordt met een kritische noot over de verdelging van waterflora als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Jacques H.H. de Haan, ' Midden-Limburgsch natuurschoon : De Moezelerpeel’.
In: Natuurhistorisch maandblad : orgaan van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg 17 (1928) 134-139, 153-156, 175-176.

Inhoud: Stipt eerst de teloorgang van de Weerter natuur, waaronder de visotter, aan en het gebrek aan doeltreffende bestudering ervan. Na een korte typering van de Moeselpeel, volgt een uitvoerige opsomming van de aangetroffen fauna met de moedwillige decimering van de bruine kiekendief, maar ook de toename van het blauwborstje. Daarna volgt een opsomming van de insectenfamilies en de zoogdieren. Afgesloten wordt met de flora, die wel niet zo uitzonderlijk is, maar verrassende combinaties oplevert. 

Godfried C. M. Egelie, 'Zomerschroeforchis, biesvaren en andere buitenissigheden : de inzet van Mathijs Ver Straeten voor het behoud van zeldzame planten in het Weerter land'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 8 (1994) 27-48.

Inhoud: Beschrijft uitvoerig de aanwezigheid en de acties tot behoud van bijzondere planten in het eerste kwart van de 20e eeuw aan de hand van contemporaine verslagen. Bijzondere aandacht gaat uit naar Mathijs Ver Straeten, hoofd van de openbare stadsburgerschool, directeur der rijksnormaallessen en secretaris van het Weerter Landbouwcasino. Zijn herbarium werd in 1971 aan het gemeentemuseum overgedragen.

Godfried C. M. Egelie, 'Het Kok Ankersmit station te Weert (1905-1913)'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 6 (1992) 67-100.

Inhoud: Uitvoerige en gedetailleerde beschrijving over het ontstaan, ontwikkeling en de opheffing van het botanisch station van de Nederlandsche Botanische Vereeniging (NVB).
Van het station werd weinig gebruik gemaakt, mede vanwege de moeilijke bereikbaarheid.
Het stond aanvankelijk onder toezicht van inspirator Mathijs Ver Straeten, later van apotheker P. Hupperetz, beiden uit Weert. De leiding had dr. J.W.C. Goethart uit Leiden.
Het gebouw werd midden jaren 70 gesloopt.

Jacques H.H. de Haan, ' De Kootspeel, ven in de gemeente Weert'.
In: Natuurhistorisch maandblad : orgaan van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg 59 (1970) 140 - 150.

Inhoud: In het Natuurbeschermingsjaar 1970 (N-70) wordt hier de Kootspeel en directe omgeving belicht. Deze peel was tot ca.1970 een gemeentelijke vuilnisstortplaats en riooloverstort met de bijbehorende bruine rat. Eerst wordt kort de natuurlijke gesteldheid en landbouwactiviteiten rondom Weert eind 18e eeuw beschreven. Dit mede aan de hand van een geografische kaart uit 1792-1796, die abusievelijk als een voorloper van de Ferraris-kaart is gezien en niet als een nieuwe versie daarvan. Daarna volgt een aanduiding van de voorkomende vogelsoorten en de historische aanwezigheid van gagel, mattenbies, riet, katwilg, vlier, haagbeuk, tril- en wollegras, mispel, kwee en het gebruik daarvan. Aandacht wordt besteed aan de visotter- en zangvogeljacht, de jacht op ontsnapte nertsen (klik hier) en andere roofdieren. 

Jacques H.H. de Haan, ' Het Weerter bos’.
In: Natuurhistorisch maandblad : orgaan van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg 61 (1972) 8-13, 37-42, 105-112.

Inhoud: Eerst wordt het gebruik van huislook of donderblad als dakbedekking aangestipt, dan de eeuwenoude doortocht van kraanvogels en de aanwezigheid van wolven. Vervolgens komt de topografie, mede aan de hand van een 17e eeuwse kaart en de veranderingen van het landschap aan de beurt. Afgesloten wordt met het eerste deel van het vogelleven. 

 

Monumenten

Stan Smeets, 'Grenspalen in Nederland'. grenspaal
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 98 (1979), 193-194.

Inhoud: Recensie van het gelijknamige boek van T. Brouwer (Zutphen 1978) 132 p. Aandacht wordt gevestigd op een grensverdrag tussen de vrouwe van Weert en het stift Thorn over grens tussen Weert en Stramproy en op de enig overgebleven grenspaal. Voorts op de niet-behandelde paal tussen Weert/Nederweert en Staats-Brabant (zie artikel van Alfons Bruekers over de grenskerk: klik hier) en de grenspaal tussen de baronieën Cranendonck en Heeze-Leende.

Jac. Biemans, 'De grenspaal "De oude Meulenstat (van Hugten)"'.
In: De Aa-kroniek 7 (1988) 158 - 166.

Inhoud: Betreft de geschiedenis van het grenspunt en de grenspaal Cranendonck, Someren, Weert en Nederweert.
 

Stan Smeets, 'Vierlandjespunt in het Weerter Bos'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 98 (1979) 1 - 5.

Inhoud: Zeer kort artikeltje, waarin aandacht wordt besteed aan de grenzen tussen (Noord-)Brabant en het huidige Limburg en aan de grenspaal waar Weert, Nederweert, Someren en Maarheeze aan elkaar grenzen.

Cunibertus Sloots, ‘Sint Hieronymus van Weert ofm en de Wilma te Weert’.
In: Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie der minderbroeders in de Nederlanden 10 (1958) 352-353.

Inhoud: Beschrijving van het betonreliëf op een kantoorpand, gelegen op de hoek van de Langstraat en de Van Berlostraat, ter ere van een van de martelaren van Gorcum, die ter plaatse geboren zou zijn. Het reliëf werd geschonken door de toenmalige bouwonderneming ‘Wilma’, eigenaar van het gebouw in 1958.

Willem Lenaers, 'Oude stadshoekjes : poorten en straten van Weert'.
In: De Nedermaas 8 (1930-1931) 65 - 67.

Inhoud: Heemkundige schets. Aan de orde komen de Hoogpoort, de Biest, de huidige Emmasingel, de Langpoort, de Molenpoort en de Molenstraat en tot slot de Beekpoort en Beekstraat.

Afdeling A der rijkscommissie voor de monumentenzorg, ‘Nederweert’, ‘Weerd’ en toevoegsel ‘ Leverooi’, ‘Zwartbroek’, ‘ Weerd’.
In: Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, provincie Limburg (deel 8) (Den Haag 1926) 334-337; 536-550; 585-586.

Inhoud: Korte beschrijving van de roerende en onroerende monumenten, zoals waargenomen in of vlak voor 1926.
Vele gebouwen zijn inmiddels gesloopt. Vele voorwerpen zijn verdwenen of in musea ondergebracht.

'Gids door Weert'.
In: Veertiende Limburgsche Katholiekendag : Weert 27 mei 1912 (Pinkstermaandag) (Weert 1912) 42-7.

Inhoud: Beschrijving van de bezienswaardigheden in de binnenstad, Stationsstraat, de Biest en het klooster Paters van de Heilige Geest.

D. Claes, 'Voor de eerste maal naar Weert'.
In: De Maasgouw : Weekblad voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 1 (1879 ) 55-56. 

Inhoud: Zeer kort verslag van een reisje vanuit Hamont via de huidige Geuzendijk (Cachera) naar Weert met bezoek aan kerk en over Soerendonk terug naar Hamont.



Toponymie en topografie

Arthur Schrijnemakers, 'Nederlands-Limburgse nederzettingsnamen I : Altweert'.
In: Veldeke : tijdschrift voor Limburgse volkscultuur 56 (1981) afl. 1, 31-32.
Arthur Schrijnemakers, 'Nogmaals : Altweert'.
In: Veldeke : tijdschrift voor Limburgse volkscultuur 56 (1981) afl. 3, 34-37.
Stan Smeets, ' Andermaal : Altweert'.
In: Veldeke : tijdschrift voor Limburgse volkscultuur 56 (1981) afl. 6, 20.

Inhoud: Poging tot verklaring van de toponiemen Altweert en Weert met kritiek en correctie.

Ward van Osta, 'Veen, ven en Peel'.
In: Naamkunde : mededelingen van het Instituut voor Naamkunde te Leuven en de Commissie voor Naamkunde en Nederzettingsgeschiedenis te Amsterdam 29 (1997)31-61.

Inhoud: Behalve een etymologische verklaring wordt ook ingegaan op de relatie tussen de eigennaam 'Peel' en de soortnaam 'peel' of 'pelen'.
Zie: Klik hier 

Arthur Schrijnemakers, 'Peel = Pede - Lo = Veen - Bos'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 83 (1964) 1-12.
Arthur Schrijnemakers, 'Aantekeningen bij ''Peel = Pede-Lo = Veen-Bos'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 83 (1964) 103-106.

Inhoud: Geeft een uitvoerige en gemotiveerde verklaring voor het toponiem 'Peel'.
 

Willem Lenaers, 'Alt-Weert of Aovert'.
In: De Nedermaas 4 (1926-1927) 134 - 136.

Inhoud: Heemkundig en folkloristisch verhaal over het Weerter gehucht Altweert. Aangestipt worden onder meer de Bocholterbeek, de natuur, de Sint Theuniskapel met het interieur, het gebruik om varkenskoppen te veilen voor de kapel, de nieuwe hulpkerk te Altweerterheide, het onderwijs op Keent en de nieuwe zandplas "De IJzeren Man'. Op de plaats van de Lindenhof ligt thans de inmiddels gesloten stortplaats.

Jos G.W. van der Wouw, 'Het Weerterland'.
In: Veldeke, tijdschrift voor Limburgse volkscultuur 53 (1978) 3 -14.

Inhoud: Behandelt naamgeving, bevolkingsgroei en topografie van Weert en Nederweert. De twee tekeningen zijn van de hand van Jan Tullemans. 

 

Dialect

Stan Smeets, 'Verschillend dialectgebruik bij tijdgenoten'.
In: Veldeke : orgaan van V.E.L.D.E.K.E. : vereniging tot instandhouding en bevordering der Limburgse dialecten 22 (1948) 55-56. 

Inhoud: Vergelijkt een oudere en een jongere uitspraak van een aantal woorden in het Weerts met name de verschuiving van de 'aa' naar de 'èè'.

A. Schillings, 'Het dialect van Weert'.
In: Eigen volk : Algemeen Folkloristisch en dialectisch maandschrift voor Groot Nederland 4 (1932) 56-58.

Inhoud: Weerter zegswijzen.

A.J.A. Flament, 'Aanteekeningen omtrent kunstvoorwerpen, oudheden enz. in Limburg: Weert’.
In: De Maasgouw : orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 7 (1905) 33-34.

Inhoud: Weerter dialectwoorden rond 1900, een tijdvers en een ander vers over de vrede tussen Frankrijk en Spanje in 1598.

R. van Geleuken, 'De gelijkenis van den verlorenen zoon in den tongval van de stad Weert'.
In: Johan Winkler, Algemeen Nederduitsch en Friesch dialecticon dl. 1 (Den Haag 1874) 286-290.

Inhoud: De tekst van de parabel van de verloren zoon in Weerter dialect met annotaties.


Wooncultuur

Lisette Tax, 'Wonen in Weert rond 1730'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 117 (1998) 69-76.

Inhoud: Aan de hand van zeven boedelinventarissen wordt onderzocht hoe gegoede en minder gegoede Weertenaren hun huis meubileerden en decoreerden. Voorts welke voorwerpen zij gebruikten. Opvallend is het geringe schilderijen- en boekenbezit vergeleken met Delft en Weesp.

Thieu Heijmans. 'Verslag over een turfput te Weert'.
In: Archeologie in Limburg 7 (1980) 6-8.

Inhoud: Korte beschrijving van een waterput en de gedane vondsten, waaronder pijpekoppen, aardewerk en schoenen, vermoedelijk uit de periode 1500-1650. De put is gevonden bij de bouw van het nieuwe stadhuis aan de Beekstraat en de Hegstraat.


Volkscultuur

J[an] Henkens, 'As de doeëdsklokke lówe oeëver 't booreland van Wieërt'.
In: Veldeke : orgaan van V.E.L.D.E.K.E. : Vereniging tot instandhouding en bevordering der Limburgse dialecten 26 (1952) 81-83.

Inhoud: Geschreven in Weerter dialect. Specifieke beschrijving van volksgebruiken op het gehucht Hushoven bij het sterven en het begraven van een naaste of buurtgenoot. Ongebruikelijk blijkt het condoleren van de nabestaanden op de buitenie van Weert.

H.H.J. Linssen, 'Een circus in Weert in 1897'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 3 (1988) 71-76.

Inhoud: Enige tot nu toe verschenen artikel over een circusvoorstelling in Weert. Het betreft hier het circus van de familie Ginnett, dat in de jaren veertig ophield te bestaan, maar in 1989 werd heropgericht.

[Piet F. Hermans], 'De Weerter Jongelieden Sociëteit en De Unie'.
In: Extra in de schijnwerper : leden uit het verleden [van sociëteit Amicitia] 5 [augustus 2008] 16-17.

Inhoud: Aantekeningen over twee sociëteiten WJS en De Unie, die bestaan hebben tussen 1884 en ca. 1908.
 

Peter Nissen, 'De meiboomplanting te Weert in 1708'.
In: Veldeke : tijdschrift voor Limburgse volkscultuur 55 / 2 (1980) 20-23.

Inhoud: Naar aanleiding van het proces van de buitenie van Weert tegen scholtis Costerius, die dit volksgebruik tegenwerkte, wordt het verschijnsel breder verklaard.

Jos F. A. Wassink, 'Processen over vreemde overeenkomsten in Weert : In één dag te voet van Weert naar Antwerpen in 1565; Over het roken van tabak in 1658; Na de beeldenstorm in 1566 zal er nooit meer een mis gelezen worden in de St.-Martinuskerk te Weert; Over de inname van Groenlo in de opstand tegen Spanje'.
In: De Maasgouw : tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 111 (1992) 168-170, 223-225, 273-277 en 112 (1993) 47-49.

Inhoud: Aan de hand van processtukken worden vier afgesloten weddenschappen besproken en drie andere worden aangestipt. Zij speelden in de periode tussen 1565 en 1686.

H. Uittien, 'Apostelensoep'.
In: Eigen volk : Algemeen Folkloristisch en dialectisch maandschrift voor Groot Nederland 4 (1932) 231-232.

Inhoud: Naamgeving en samenstelling van deze soep, zoals gebruikelijk in de omstreken van Weert en Thorn.


Rogstekerslegende en carnavalTafereel uit rogstekerslegende

Piet J.G.A. Hermans, 'Ook elders werd de Rog gestoken'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 3 (1988) 35-48

Inhoud: Een zestal rogstekersprenten uit voorgaande eeuwen in de Nederlanden en Duitsland passeert de revue. Ook aan een satirisch stuk uit Mechelen van 1687, waarin de Weerter rogstekers figureren, wordt aandacht besteed. De oorsprong van de legende wordt door de auteur geduid.

[Mathias Kemp], ‘De Rogstekers van Weert en de prent van Pieter Vogias’.
In: De Nedermaas : Limburgsch geïllustreerd maandblad 13 (1936) 111-116.

Inhoud: Korte beschrijving van de spotprent; de rijmteksten worden integraal weergegeven.

C. P. Burger, 'Alarmberichten en spotprenten: naar aanleiding van een variant van de rogstekersprent'.
In: C.P. Burger Jr., e.a., Het boek : tweede reeks van het tijdschrift voor boek- en bibliotheekwezen 7 (1918) 1-10.

Inhoud: Is een vervolg op het artikel van G. Hesse (zie hierna). Het analyseert uitvoerig de legende en afbeeldingen, tevens geeft het de verschillen aan met andere prenten.

Gijsbertus Hesse, 'Vier prenten van de legende der Weertsche rogstekers'.
In: C.P. Burger Jr., e.a., Het boek : tweede reeks van het tijdschrift voor boek- en bibliotheekwezen 6 (1917) 25-32.

Inhoud: Beschrijft vier weinig van elkaar verschillende spotprenten. Geeft de volledige rijmteksten van de prent, gedrukt door Joachim Ottens. Stipt ook de gevelsteen in Haarlem en de steengravures in het carnavalsprogrammaboekje 1897 aan (klik hier). De relatie met de Mechelse maanblussers wordt niet vergeten.

Cor Tubée, 'Oprichting comité "Carnavalsviering Weert"'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 1 (1986) 71-75.

Inhoud: Verslag van de eerste vergadering van het comité met bestuursverkiezing in 1927. 
 

Stad Weert : Groote carnavalsoptocht op 1 maart 1897 : De legende der rogstekers in beeld Weert 1897, 18 pp.

Inhoud: Programmaboekje voor de carnavalsstoet met een fantasie-historische inleiding op rijm van de hand van postdirecteur A.H.Loder. Gevolgd door 12 zwart-witplaten van Henri Schaeken, die de legende uitbeelden. Afgesloten wordt met de rogstekerslegende, ook op rijm, van onbekende hand en twee Weerter carnavalsliedjes van G. Dreesen.


Recreatie en schietsport

Jan Smits, 'De IJzeren Man 80 jaar'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 1990-'91 5 (1989) 79-88.

Inhoud: Het ontstaan van deze waterplas nabij Sluis 16 in 1912 wordt aan de orde gesteld, gevolgd door de oprichting van een speeltuin, restaurant en de eerste zwemgelegenheid in 1920. Het tweede zwembad in 1947, het derde in 1954 en het vierde in 1990 passeren vervolgens de revue. Een notenapparaat ontbreekt.

Henk L.A. Tillemans, 'Voorlopers van de VVV'.
In: Weert in woord en beeld : jaarboek voor Weert 1994 8 (1993) 49-58.

Inhoud: Het wangedrag met kermis en carnaval rond 1905 krijgt eerst aandacht. Vervolgens komt de vereniging 'Weert Vooruit' met haar recreatieve volksactiviteiten in 1905/1906 aan de beurt, waarbij Koos Speenhoff niet wordt vergeten (klik hier). Dan gevolgd door de festitiviteiten van de twee Oranjecomités van 1909 t.g.v. de geboorte van de kroonprinses. De activiteiten van de gemeentelijke Weerter Belangen Commissie in 1928 en 1929 ter bevordering van de industrie worden aangestipt. Ten slotte worden aan de hand van locale krantenberichten tot 1933 jammerklachten weergegeven over het gebrek aan initiatief om industrie aan te trekken. Een notenapparaat ontbreekt.

P.F. Hermans, 'De edele handboogsport, vroeger erg populair in Weert'.
In: Weert in woord en beeld: jaarboek voor Weert 2 (1987) 44-57.

Inhoud: Geeft een goed overzicht van bestaande en verdwenen Weerter handboogschutterijen uit de 19e en 20 eeuw. De oudste dateert al van 1793.

1793 - 1893 : Officieele feestgids : viering van het 100jarig bestaan der handboog-schutterij 'Corcordia' te Weert : op zondag 2, maandag 3, en zondag 9 juli 1893 (Weert 1893) 47 pp.

Inhoud: Uniek exemplaar. Het betreft hier de oudste handboogschutterij van Weert. Zie ook bovenstaand artikel over de handboogverenigingen (klik hier).
De brochure geeft een lijst van deelnemende schutterijen, de uit te reiken prijzen, de te spelen stukken op de drie concerten door de verschillende fanfares, het af te steken vuurwerk, het reglement van orde en een wel zeer kort historisch overzicht. Uit dit laatste blijkt dat de schutterij eerder het gilde van Sint-Sebastianus heette.
De advertenties, bijna de helft van de gids, geven een boeiend beeld van de zichzelf presenterende middenstand tegen het eind van de 19e eeuw.

J.A. Jolles, ‘De Schuttersgilden en Schutterijen van Limburg: Overzicht van hetgeen nog bestaat’: Vervolg: ‘Nederweert’, ‘Weert’.
In: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg à Maestricht 73 (1937) 11-12; 108-119.

Inhoud: Beschrijft in het kort de geschiedenis, het zilverwerk en de toestand rond 1937 van de drie traditionele Weerter schutterijen en die van Leveroy.


Terug naar overzicht